
Dit is mijn tuinkabouter met een ‘attitude’. Zoals je kan zien heeft hij al behoorlijk wat afgezien, na nog geen 3 dagen was hij al eens omgevallen, waarbij zijn middelvingertje afgebroken was. Een paar jaar later had de hevige wind op ons terras hem nog eens te pakken, waardoor hij helemaal in stukken kapot was gevallen. Een stukje van zijn been hebben we nooit terug gevonden. De zwarte lak begint ook beetje bij beetje af te bladderen. Toch mag hij nu veilig geblokkeerd in onze klimop blijven staan en met zijn middelvinger omhoog ons eraan herinneren, dat alles in de tuin niet te opgeruimd moet zijn, maar gerust wat wilder mag zijn.
Tijdens onze trip in Londen, was er in het Garden museum ook een tuinkabouter te zien, waardoor ik mij begon af te vragen: sinds wanneer zetten we eigenlijk tuinkabouters in onze tuinen, waarom zijn we dat beginnen doen,…?
Wat zoekwerk op het wereldwijde web bracht het volgende aan het licht.
Geschiedenis
De geschiedenis van de tuinkabouter in Europa start in het midden van de 19de eeuw. De omgeving rond het Zwitserse dorp Brienz stond bekend voor de productie van houten huisdwergen. In het dorp Gräfenroda (Duitsland) werden de eerste keramieken tuinkabouters gemaakt. Philip Griebel die terracotta dieren maakte als versiering, besloot dat het misschien wel leuk zou zijn om tuinkabouters te maken. Lokale volksverhalen en mythes over helpende dwergen, maar zeker ook het wereldberoemde sprookje ‘De Kabouters’ van de gebroeders Grimm uit 1806 over een arme schoenmaker die ’s nachts stiekem geholpen werd door kaboutertjes, hebben bijgedragen aan het succes van tuinkabouters.

In de eerste helft van de twintigste eeuw zouden tuinkabouters pas echt de wereld gaan veroveren en dat dankzij een zeker Sir Frank Crisp, die in zijn Friar Park de grootste collectie tuinkabouters in het Verenigd Koninkrijk had tentoongesteld. Het was in dit park waar mensen uit alle uithoeken van de wereld, voor het eerst een tuinkabouter zagen.
Tijdens de eerste wereldoorlog werd de aandacht voor tuinkabouters wat minder, maar in de jaren ’30 schoot hun succes weer omhoog, dankzij de Disneyfilm ‘Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen’. In de tweede wereldoorlog was het weer een harde tijd voor de fabrikanten van tuinkabouters en vele moesten hun deuren sluiten.
De uitvinding van het plastic blies de tuinkabouters weer nieuw leven in. In het begin van de jaren ’60 werden voor het eerst plastic tuinkabouters gemaakt, dit was veel goedkoper dan de keramieke tuinkabouters van voordien.
In de jaren ’90 was het een tijd mode om grappen uit te halen met tuinkabouters. In de film ‘Le fabuleux destin d’Amelie Poulin’ wordt hiernaar verwezen. In de film steelt Amelie de van haar vader en laat hem verre reizen maken met een stewardess, die dan foto’s opstuurt naar de vader van de reizende kabouter. In die tijd ontstond zelfs een heus Tuinkaboutersbevrijdingsfront van mensen die het immoreel vonden om tuinkabouters op te sluiten in tuinen.
Soorten kabouters
Tuinkabouters komen in alle soorten en maten. Vroeger had je vooral 3 grote categorieën: werkkabouters, vrijetijdskabouters en culturele tuinkabouters. Maar tegenwoordig het je tuinkabouters in alle vormen en kleuren van stoere tuinkabouters in een leren jas, bierdrinkende dwergen, tot lugubere varianten met een mes in hun rug of ondeugende tuinkabouters zoals die van mij.
Vroeger werden tuinkabouters vooral uit klei gemaakt, maar ook uit stenen en later beton. Maar al deze kabouters zijn gevoelig voor vocht, regen en zeker vrieskou. De geschilderde varianten zijn daar nog gevoeliger voor en hun kleur zal door regen en sneeuw vervagen.
Later komen er tuinkabouters uit hars en plastic. De tuinkabouters uit hars zijn makkelijk te onderhouden, ze zijn aantrekkelijk vanwege hun glans en heel betaalbaar. De plastic tuinkabouters hebben een onbeperkte levensduur. Daar geraken we nooit meer vanaf!
Leuke weetjes
Lampy is de oudste en duurste tuinkabouter ter wereld. In 1847 bracht Sir Charles Isham uit Duitsland 21 zeldzame tuinkabouters vervaardigd van terracotta mee naar Engeland. Van de 21 kabouters overleefde er slechts ééntje – Lampy. Hij ontsnapte aan de aandacht van de dochters van Sir Isham die de andere kabouters bij het huisvuil gooiden. Je kan hem nu zien in het Lamport Hall museum en wordt met 150 jaar de oudste tuinkabouter ter wereld beschouwd.
In 1979 richtte Ann Atkins, student kunsten het ‘Gnome Reserve’ een park in West Putford, Devon, Engeland. Meer dan 2000 tuinkabouters werden verzameld, wat leidde tot een wereldrecord in Guiness Book of Records. Helaas is in 2020 het park opgedoekt, de tuinkabouters zouden zich nu inzetten in een nabijgelegen tuincentrum.
Slot
En jij heb jij een tuinkabouter? Of vind je het toch maar wat kitscherig? Ben benieuwd of er nog mensen met tuinkabouterverhalen zijn, aarzel zeker niet om ze te delen.
Reactie plaatsen
Reacties