Wat is het effect van kunstlicht op de natuur?
Als het donker wordt doen we graag licht aan. Dat geeft ons een veilig gevoel, we kunnen ons makkelijker en vlotter verplaatsen en het creëert een gezellige sfeer om buiten te zitten met vrienden, een boek te lezen,... Echter al dat licht heeft ook een keerzijde, zo verstoort dit kunstlicht dieren en planten. Witte ledverlichting lijkt zelfs nog een grotere impact te hebben.
Wat zijn die effecten dan?
* Insecten en andere ongewervelden worden aangetrokken tot het licht. De tijd die ze rond de lampen vliegen, is tijd dat ze geen eten zoeken of zich voortplanten. Dit kan leiden tot uitputting en zelfs de dood.
* Koolmezen blijken slechter te slapen door al dat kunstlicht.
* Vleermuizen en nacht actieve zoogdieren zijn lichtschuw. Door de vele verlichting kunnen ze zich moeilijker verplaatsen tussen verblijfplaatsen en jachtgebieden.
* Bloemen in de buurt van straatverlichting worden minder bezocht door bestuivers en produceren daardoor minder zaad.
* Planten komen te vroeg in blad, waardoor er later op het seizoen minder voedsel is voor insecten.


Hoe kunnen we de impact van licht beperken?
1. Voorzie enkel licht waar het nodig is!
Het is eerst en vooral belangrijk om verlichting enkel te voorzien, als het effectief ook nodig is.
Zo is het logisch dat je op een veilige manier aan je voordeur wil geraken en zonder al teveel problemen het sleutelgat wil vinden. Of dat je toch duidelijk de trapjes ziet in je tuin. 's Avonds nog wat lezen in de tuin, of gezellig eten met vrienden, dat doen we ook vaak liever met een beetje verlichting.
Als licht noodzakelijk of wenselijk is, kan je er wel voor zorgen dat het type verlichting een zo laag mogelijke impact heeft (punt 5 en 6) en dat je de verlichting beperkt in de tijd (punt 4).
2. Contrasten
Vaak voorzien we verlichting waar deze niet echt nodig is. Als het kunstlicht wegvalt, wordt het natuurlijke licht 's nachts zichtbaar in de vorm van meer of minder diepe schaduwen gecreëerd door de maan en sterren. Als verharding in lichte kleuren wordt begrensd door de donkere bladeren van beplanting, wordt het pad ook zonder kunstlicht zichtbaar. Zeker voor voetpaden kan dit vaak voldoende zijn om zijn weg te vinden.
3. Reflectoren
Opritten kunnen dan weer begrensd worden door reflectoren. De koplampen van de auto of motor, schijnen op deze reflectoren en zo wordt de route die gevolgd moet worden aangeduid met de lampen van het voertuig en is extra verlichting niet nodig.
4. Beperkt in tijd
Als licht toch echt noodzakelijk of wenselijk is, is het belangrijk om het niet langer te laten schijnen dan effectief nodig is. Een lamp met sensor zorgt voor licht aan de voordeur bij bezoek. Een trap of hoogteverschil kan verlicht worden met lage verlichting op een sensor.
Buitenverlichting om te kunnen lezen of bezoek te ontvangen wordt best voorzien van een schakelaar, zodanig dat deze kan uitgezet worden, als de tuin verlaten wordt. Door het lage gebruik van LED verlichting zijn mensen vaak geneigd om licht te laten aanstaan, maar elke vorm van licht op elk moment in de nacht zorgt voor verstoring en moet tot een minimum beperkt worden.
Een andere oplossing om verlichting in de tijd te beperken is het gebruik van een timer. Indien een timer gebruikt wordt, is het aan te raden om het licht tussen 10u 's avonds en 4u 's morgens uit te zetten.

5. Type verlichting
Het ene licht is het andere niet. Sommige kleuren van licht hebben een grotere impact op organismen. Zo blijkt dat licht uit het blauwe kleurenspectrum een negatievere impact heeft op de natuur. Het vervelende is dat het kleurenspectrum (nog) niet standaard bij LED lichtbronnen wordt vermeld. Tot die tijd worden lampen met een warme lichtkleur van bijvoorbeeld 2700K (graden kelvin) of lager geadviseerd. Amber is ook goed. De kleurweergave (kleurechtheid) is dan wel minder, maar dat is in een tuin of buiten minder kritisch.
NB: Als je de zuinigste LED verlichting zoekt is dat vaak juist de ‘koud’ witte LED, hier zit veel blauw in en dat is dus ongewenst. Vleermuizen worden met name door het blauwe spectrum verstoort.
6. Plaatsing
Als laatste raadgeving indien je toch verlichting zou plaatsen is de wijze waarop je deze lampen plaatst. Spots die een boom oplichten gaan de vogels en andere organismen die er in leven sterk verstoren. Verkies daarom altijd naar beneden schijnende armaturen. Bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de grond. Lage verlichtingspaaltjes langs een pad of een wandlamp die strijklicht geeft langs de gevel zijn beter dan lampen die sterk in het rond schijnen in alle richtingen.
SAMENGEVAT
Kunstlicht wordt vaak toegepast in moderne tuinconcepten, toch is het ook belangrijk om stil te staan bij de impact van al dit licht op de natuur. Met de juiste materialen en beplanting kunnen maanlicht en sterren de hele tuin zichtbaar maken, terwijl bij kunstlicht vaak enkel de opgelichte delen zichtbaar zijn en de rest in het donker verdwijnt.
Beperk licht tot waar en wanneer het echt nodig is. En je doet de natuur en je eigen ogen een groot plezier!
Reactie plaatsen
Reacties